Roosters moeten kloppen

Eerder gepubliceerd als column in Playboy #01/2016

Het was even voor zevenen 's avonds en ik zat in een eetcafé achter een glas rode wijn te wachten op vriend A. Omdat ik geen zin had om het halve café over te steken naar het krantenrek, luisterde ik het gesprek aan het tafeltje naast mij af. Geen straf, want gesprekken afluisteren staat in de top drie van mijn favoriete tijdsbestedingen, vlak na slapen en op tijd op afspraken komen.

Aan het tafeltje zat een jonge man met een streepjesoverhemd. Hij was extreem glad geschoren en had een adembenemende kaaklijn - alsof zijn gezicht zo uit een stockfoto was geknipt. Tegenover hem zat een iets jongere vrouw met stippeltjesblouse, decolleté en ironisch jarenvijftigkapsel. Ze waren op een date, maakte ik op aan de air van ongemakkelijkheid die om hen heen hing. Of eigenlijk hing die vooral om háár heen. De air was zo dik dat je hem in een flesje kon doen en verkopen. Brise luchtverfrisser Awkward Feeling - weer eens wat anders dan Bali Sandalwood & Jasmine.

'Ik werk er nu al een jaar of vijf en het gaat prima,' zei de man, iets te hard. 'Waarom zou het niet prima gaan? Crisis, schmisis. Dat is voor mensen die niet deliveren, begrijp je wat ik zeg? Nee, het gaat prima. Ik mag nu ook de roosters voor mijn team maken en dat soort dingen. Best lastig, maar gelukkig ben ik handig met Excel.' De vrouw keek om zich heen. Ik vroeg me af wat ik straks voor eten zou gaan bestellen.

'D'r zit dus een vrouw naast mij op de afdeling die ook weleens de roosters maakt,' ging de man verder. 'Maar als zij het doet klopt er niks van. Roosters moeten kloppen, anders wordt het een rommeltje. Daarom heb ik tegen m'n leidinggevende gezegd: laat mij nou gewoon altijd die roosters maken. En laatst toen die kip het weer fout had gedaan heb ik haar een mailtje gestuurd dat het zo niet langer kan. Met mijn chef in de cc. Je weet maar nooit waar het goed voor is.'

Kip, dat was misschien niet zo'n slecht idee. Ik pakte de menukaart van mijn tafeltje om te zien of er een kipgerecht op stond. Uit mijn ooghoek zag ik hoe de vrouw een shawltje van haar stoelleuning haalde en omdeed. Daar ging haar decolleté. En bedankt, ratelende stockfoto.

'Ik wil natuurlijk hogerop, daar draai ik niet omheen,' zei de man terwijl de vrouw in haar tas begon te rommelen. 'Roosters maken, daar heb ik niet voor gestudeerd. Dat weet mijn leidinggevende ook wel. Ik bedoel, hoe lang werk ik daar nu?'

'Vijf jaar,' zei ik zachtjes tegen mezelf. 'Je werkt er verdomme vijf jaar. En het gaat prima.'

'Nou, en dan heb je nog de sociale aspecten,' zei de man. Hij nam een grote slok bier.
De vrouw opende haar mond: 'La-'
'Wat ik van iedereen hoor is dat ik zo goed kan luisteren,' zei de man. 'Dat is dus een managementskill, goed luisteren. Daar kom je hogerop mee.'

Ik kreeg medelijden met de vrouw, maar ook met de man, en eigenlijk met de hele mensheid. Waarom had de Grote Roostermaker van het Heelal dit toch allemaal zo bedacht? Net toen ik weg dreigde te zakken in een depressie, zag ik een lichtpuntje. En daar kwam A. ook al aangelopen. 'Hoi,' zei hij, 'wat kijk je vrolijk. Is er iets aan de hand?'
'Ja,' antwoordde ik, 'ik heb net ontdekt dat ik een managementskill heb.'
De vrouw begon nu zo indringend naar haar wijnglas te kijken dat ik bang was dat het zou ontploffen.



[ Maar wat is het? ]