[ Met thee wordt geen kunst gemaakt ]


'Ik heb nooit belangrijke mensen op bezoek gehad, ik weet niet waarom maar het was nu eenmaal zo. Wel een enkele kunstenaar, nu en dan, later veel minder, en ten slotte helemaal niet meer, ik denk omdat ik niet tegen dat gelul kon. Ze deugen niet en houden je van je werk. Geld bietsen, op de vloer braken en je kat overstuur maken, dat kunnen ze. En ze zijn zo lelijk ook, om te zien, waarschijnlijk door de schoonheid die ze scheppen, volgens het beginsel het moet uit de lengte of de breedte.'

Aldus Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood. Het is verboden om op uw kamer alsook op de etage te roken. Het was op een regenachtige middag in maart dat ik een e-mail ontving van mijn gabber Cinto. Of ik zin had om te participeren in een filmpje. Lokatie: een verlaten hotel (bouwjaar 1910) in de bossen bij Zeist. En of ik een voorwerp mee wilde nemen.

"Suggesties: een theepot, een boek, kaarsen, een logge koffer, een gieter (met levende plant), een bordspel, een oude draagbare platenspeler, 'n gitaar, een kam (in een kamer hangt een spiegel aan diggels). Ik breng een tafeltje mee, twee stoelen en een draagbare televisie. Een aquarium en goudvis gaan ook mee."


Spiegel aan diggels? Een aquarium en goudvis gaan ook mee? Deze operatie lijkt verdacht veel op kunst, dacht ik, en ik besloot dus terstond ja te zeggen, al was het alleen maar vanwege de respectabele staat van dienst die Cinto heeft op het gebied van urban adventurism (opgebouwd in onder meer het oude Wilhelmina Kinderziekenhuis in het Utrechtse stadje U. en de metrotunnels van het Antwerpse stadje A.).

Zo kwam het dat ik op zondagochtend 25 maart 2001 om half zes opstond en gewapend met een gitaar, een bellenblaas en een vol pakje sigaretten (filmen bestaat vooral uit wachten, weet ik van het tv-programma van René Mioch) via de Diamantweg en het Smaragdplein naar het huis van Cinto fietste. Na een stevig ontbijt en ettelijke liters koffie vertrokken we met nog zeven andere urban adventurers in drie auto's richting Zeist.

Hotel de Luxe bood een spookachtige aanblik, zoals dat heet. Van buiten kon het gebouw nog wel de illusie van een hotel ophouden, maar binnen was er door de slopers nogal grondig huisgehouden. De meeste wasbakken lagen in puin op de vloer van de verder totaal gestripte kamers, stromend water was er alleen nog in de regenpijpen te bekennen en de verwarming deed het ook al niet. Aangezien de meeste ramen van de meeste kamers ontbraken, was de binnentemperatuur gelijk aan de buitentemperatuur, en die bedroeg helaas slechts twee graden (filmen bestaat vooral uit afzien, weet ik van het tv-programma van René Mioch). Huisreglement Kunstenaars moeten lijden, dat weet ik ook wel, maar ik lijd toch liever met een volle maag. Inmiddels was ik al drie uur wakker en had ik trek gekregen in een stevige lunch. Kwam dat even goed uit! Ik stond in de voormalige eetzaal, waarnaast een luikje, waar ik op goed geluk doorheen riep: 'Garçon! Doet u mij maar wat versgebakken brood met een teentje knoflook, olijfolie (niet van die weke shit graag!) en peper en zout. Daarna graag een groentesoep met koriander, feta en tomaten. Als hoofgerecht, eens even denken, ja, een parelhoenbout met zoete aardappels en tuinbonen in een saus geraffineerd als olie. En om het geheel af te toppen: de appel-rabarbercrumble met huisgemaakt walnotenijs. En natuurlijk een driedubbele espresso, een flinke bel cognac en een bonbon om weer een beetje bij te komen, want ik moet nog acteren. O ja: hebben jullie eigenlijk ook sigaren? Van die dure?'

Het bleef angstwekkend stil aan de andere kant van het luikje. Toen ik er doorheen kroop zag ik waarom: van de keuken was weinig meer over dan een half aanrecht, een kast zonder deur en een blikje tonijn zonder tonijn. Aan de ene muur hing een bordje met de prozaïsche tekst Keuken, de andere muur was weggeslagen. In de hoek lag een geraamte met een koksmuts. Nee, hier zou ik mijn maag niet kunnen vullen, zoveel was wel duidelijk. Toen ik weer terug kroop zag ik een manifest aan de muur van de eetzaal hangen. Het bleek het huisreglement te zijn. De gasten van dit hotel hadden zich moeten voegen naar een streng regime, werd mij al snel duidelijk. Zo luidde punt vier van het reglement: Het is niet toegestaan de meubels die zich op uw kamer bevinden om te wisselen met meubels van een andere kamer.

Dan maar naar boven, waar de anderen inmiddels druk bezig waren met het verwisselen van allerlei meubels. Gelukkig was ik net aan de beurt voor mijn karakterrol. Ik pakte mijn gitaar, haalde een paar keer diep adem en gezeten op een ingestort toilet speelde ik achtereenvolgens de volgende akkoorden: Bm, F#7, A, E, G, D, Em en F#7. Hotel California, wie kent het niet.

Na een uurtje of vijf hadden we genoeg ruw materiaal geschoten, besloot Cinto, en werden alle attributen weer de auto ingeladen. Toen ik als laatste het pand verliet, zag ik dat Cinto de ansichtkaart die hij bij aankomst op de voordeur had geplakt had laten hangen. Er stond op gedrukt: Het is hier geen hotel!

Welnu, net toen ik me drie weken later afvroeg of ik het hele avontuur in Zeist nu gedroomd had of niet, ontving ik ineens dit filmpje van Cinto. Gelukkig is mijn bijdrage niet gesneuveld in de eindmontage - u kunt mij bewonderen zo ergens tussen de achtendertigste en negenenvijftigste seconde van deze vorm van postzegelkunst (filmen bestaat vooral uit ijdelheid, weet ik van het tv-programma van René Mioch).

Hotel de Luxe (Quicktime, 2,2 Mb)

(Respect gaat uit naar Cinto, Sjoerd, Eelke, Chris, Karin, Tomas, Daan en Floris.)



[ Maar wat is het? ]