Een exercitie in mindfulness

Eerder gepubliceerd als column in Playboy #08/2025

Ik heb via mijn vrienden van Bol.com tweedehands een 20-dvd-box gekocht met twintig films van Woody Allen. De box kostte mij 63 euro (inclusief verzendkosten) en is een van de beste aankopen die ik de laatste jaren heb gedaan.

Het komt hierbij goed uit dat ik nog steeds een functionerende dvd-speler heb, het apparaat is via een dikke SCART-kabel verbonden met mijn flatscreen. Toen de SCART-kabel in de jaren negentig de standaard werd voor videoverbindingen, dacht ik dat we de top van de kabeltechnologie hadden bereikt. Een 21-pins connector! En dankzij het slimme ontwerp kon je de SCART-kabel maar op één manier inpluggen! Namelijk: de juiste! 'Dit wordt een kabel die echt nooit meer verbeterd gaat worden,' zei ik tegen mijn tijdgenoten, in navolging van Mart Smeets die zei 'Dit wordt een tijd die echt nooit meer verbeterd gaat worden' toen Eric Heiden in 1980 op de Olympische Winterspelen in Lake Placid een wereldrecord op de tien kilometer schaatste. (Dat wereldrecord werd vijf weken later verbroken en we hebben nu de HDMI-kabel.)

De films in de dvd-box zijn bijna allemaal gemaakt ('geschoten', zoals filmkenners zeggen) in de seventies en eighties. Ze duren nooit te lang - ik gok gemiddeld 89 minuten - en draaien volledig om dialogen. Omdat er zo veel wordt gepraat, zie je veel monden, en wat dan opvalt is dat sommige acteurs gele tanden hebben. Er wordt door iedereen dan ook ongelooflijk veel gerookt (en gedronken), niet als verteltechniek om personages neer te zetten als zenuwachtig of losbandig, maar gewoon, omdat iedereen dat toen deed. Er wordt gerookt in huiskamers, in gangen & hallen, in keukens, op wc's, bij psychiaters, in restaurants (voor, tijdens en na het eten), natuurlijk in cafés en op straat, maar ook in auto's met de raampjes dicht, in bed, bij de dokter, ja, zelfs in sigarenwinkels wordt er gerookt alsof er geen morgen is.

Voor het helaas na drie edities ter ziele gegane filmtijdschrift FilmMagazine heb ik ooit een column geschreven onder het pseudoniem Simon van Column (om dit leuke woordgrapje te begrijpen moet je bijna net zo oud zijn als Woody Allen). U mag me dus gerust een filmkenner noemen. In die column bekende ik dat ik van veel films het verhaal niet snap. Bij films van Woody Allen heb ik daar geen last van: het hoofdpersonage is vaak een neuroot (m/v) die worstelt met het leven, de dood en andere sociale ongemakken, en de problemen die deze levensangst oplevert worden gemiddeld 89 minuten lang op een razend grappige en intelligente manier besproken - niet met ChatGPT, maar met mensen. De locatie van het verhaal is vrijwel altijd New York, of om preciezer te zijn: het stadsdeel Manhattan (een van de films die zich afspeelt in Manhattan heeft als titel Manhattan. Dat is duidelijkheid waarvan ik hou).

Ik heb de afgelopen weken alle dvd's bekeken, telkens in één keer van begin tot eind, zonder op de pauzeknop van de afstandsbediening te drukken, met mijn telefoon uit en mijn MacBook Air dichtgeklapt. We hebben het hier niet meer over film kijken, maar over een exercitie in mindfulness. Gisteravond zag ik de twintigste dvd, daarna vroeg ik me af op welk moment in de geschiedenis het een prestátie is geworden om thuis vanuit je rookstoel een complete film geconcentreerd te bekijken - het moet een jaar of vijftien geleden zijn geweest. Wat was het leven zonder internet toch heerlijk, typte ik de volgende dag, vlak nadat ik bij mijn vrienden van Google had opgezocht hoeveel pinnen een SCART-connector heeft, wat de exacte woorden waren van Mart Smeets tijdens zijn schaatscommentaar in 1980 en hoe je 'exercitie' schrijft.

<< Vorige column | Volgende column >>



[ Maar wat is het? ]